Vogelvrij
Vanuit een flatkamer op de Uithof, de universiteitswijk van Utrecht, kijk ik uit op een nog hoger universiteitsgebouw, compleet ingepakt in groen gaas. Dat heeft iets te maken met betonrot - misschien moet het gaas stukken beton op vangen die loskomen. Het gebouw is praktisch verlaten. Zijn toekomst is duister. Rondom hem zweven regelmatig grote roofvogels. Ik heb ze wel eens op een richel van het gebouw om een prooi zien vechten. Door het gaas is dat wel wat moeilijker geworden. De vogels proberen te landen, maar zien op het laatste moment dat ze niet langs het gaas heen kunnen, waarna ze omhoog cirkelen, het nog eens proberen en keer op keer op hetzelfde probleem stuiten. Uiteindelijk komen ze helemaal bovenop het gebouw te zitten. Nu blijken deze twee slechtvalken, de snelste vogels ter wereld, zich daarboven te hebben genesteld. Volgens de Flora- en faunawet moeten ze tijdens het broeden met rust gelaten worden, waardoor de universiteit zelfs het dak van het gebouw niet mag repareren. Daarbij komt nog dat de nestlocatie van de vogels, na het broeden, behouden moet blijven. Om werkzaamheden uit te voeren aan het gebouw, moeten de vogels eerst naar een nieuwe broedplaats gelokt worden, een andere hoge plek op de Uithof. Het groene gaas geeft aan dat er zeker werkzaamheden nodig zijn.
Als een diersoort veelvuldig voorkomt mag elk individu ervan vrezen voor zijn leven, maar wanneer een soort in gevaar komt is het voor de individuen juist goed vertoeven bij de mens. De mens is afhankelijk van de natuur in de vorm van de vogels, maar ook in de vorm van de slijtage waar het gebouw niet tegen opgewassen is. De natuur heeft het langzaam tot zich genomen, de mensen eruit verdreven en laat er nu vogels in broeden, om de mens ervan te weerhouden het terug te pakken. De slechtvalken, machtig dankzij hun zeldzaamheid, bezetten het gebouw. Wat als de vogels besluiten te blijven? Zullen we het gebouw dan langzaam zien aftakelen?
Nu staat de tijd stil. In het gebouw is het bijna helemaal donker. Het gaas wappert in de wind als een golvende zee. De slechtvalken maken imposante duikvluchten en zijn tevreden met hun thuis. Ik heb wel eens gehoopt dat het gebouw zou verdwijnen, omdat erachter de Domtoren pronkt in het centrum van Utrecht en kleurrijke zonsondergangen zich verschuilen. Maar wat is er mooier dan het uitzicht op een vogelpaar dat niets te vrezen heeft en de mens in zijn greep heeft, zonder het te weten?
[Deze column is eerder gepubliceerd in De Lemelervelder.]